Niet gek maar Indigo

Toegevoegd door Saskia Beugel op 11-04-2010 om 02:44

Sommige kinderen, enkele honderden wellicht, vertonen opvallend probleemgedrag. Is het autisme, hebben ze ADHD, zijn ze misschien depressief? Een groeiende groep ouders gelooft van niet. Zij denken dat hun kind een indigo- of sterrenkind is. Dat vergt een aangepaste opvoeding. Maar hun omgeving toont weinig begrip. ‘Ben ik een slechte moeder? Nee toch?’

Bron de Volkskrant

Het gebeurde op de gang. Karin Looijs weet het nog precies: jassen, tassen, roepende ouders. ‘Kom Reinout.’ ‘Hier Nathalie!’ Kinderen renden, duwden en botsten tegen haar benen. En hier dus, niet in de lerarenruimte, en ook niet in een leeg lokaal, maar hier, in al dat lawaai, op de gang, sprak de leidster haar aan. Ze pakte Karin bij de arm en zei: ‘Uw kind is niet normaal.’

Daarna vertelde ze pas wat er gebeurd was. Een ander kindje had een ongeluk gehad. Hij had z’n arm gebroken; iets met een glijbaan. ‘Zitten nu’, had de crècheleidster geroepen, ‘zitten allemaal.’ De kinderen gingen zitten. Allemaal. Behalve Karins zoon Joshua.

Joshua was op een stoel gaan staan, met z’n handen tegen de muur en zijn gezicht naar het raam. ‘Niet doen’, had de leidster nog geroepen. Maar Joshua bleef maar doorgaan. Hij begon te springen, drumde op tafels en schreeuwde. Terwijl de andere kinderen zaten en keken.

‘Weet u wat u moet doen’, zei de leidster nu tegen Karin, ‘u moet uw kind eens laten nakijken.’ Karin weigerde en haalde Joshua meteen van de peuterspeelzaal.

Een half jaar ging het goed.

Op de kleuterschool begon het weer van voor af aan. Zei de juf dat Joshua moest zitten, wilde Joshua niet zitten. Zei de juf dat hij moest plakken of knippen, wilde hij niet plakken of knippen. En zei de juf dat hij vrolijke dierfiguurtjes uit een stukje karton moest prikken, wilde hij geen vrolijke dierfiguurtjes uit een stukje karton prikken.

Ook deze juf vertelde Karin dat haar kind niet normaal was. Karin vond dat dat dan niet aan Joshua, maar aan de norm lag. Toch liet ze Joshua’s IQ testen, en ja hoor: bleek dat-ie hoogbegaafd was. Karin geloofde het meteen. Als peuter wist Joshua al van elke auto welk merk en type het was. En van elk land kende hij de vlag.

Maar die hoogbegaafdheid was niet het enige. Want de problemen bleven. Thuis schopte Joshua Karin tegen haar schenen. Vervelend, maar ze wist: dit doet-ie uit frustratie.

De school had inmiddels een dossier opgesteld. Joshua keek mensen niet altijd aan en draaide soms rondjes om z’n eigen as. Dus nu stond er in dat dossier dat hij het syndroom van Asperger had. Maar als haar zoon autistisch was, dan had die man van de IQ-test dat toch wel gezegd? ‘Dit dossier klopt niet’, zei Karin. Maar Joshua moest van school af.

Dat was geen leuke tijd. Karin raakte vrienden kwijt. Eén vriendin belde haar elke dag om te vertellen dat ze zo met Joshua in haar maag zat. Soms gaf ze opvoedadvies. Totdat Karin de vriendschap verbrak. Daarna werd Karin ziek. En moe. Over een toiletbezoek kon ze soms wel een half uur doen.

Nee, dat was geen leuke tijd. Maar het was wel een omslagpunt. Al kwam de echte doorbraak twee jaar later pas.

Joshua zat inmiddels op een Vrije School, en op een dag draaide hij weer rondjes om zijn eigen as. ‘Weet je wat dit is’, zei een andere moeder, ‘hij pikt trillingen uit de kosmos op.’

Karin ging googlen en vond wat ze zocht. Sites over kinderen als Joshua. Druk, slim, eigenwijs, soms vervelend, maar vooral: verkeerd begrepen.

Nu wist Karin zeker: mijn zoon ís niet gek, hij is een indigokind.

In Nederland zijn honderden kinderen als Joshua. Sommigen zijn hyperactief, anderen verlegen. Een deel is extreem intelligent, een ander deel dyslectisch. Het ene moment zijn ze gevoelig of bang, dan weer brutaal en zelfverzekerd. Vaak brengt hun gedrag ze op school in de problemen. En soms vermoeden doktoren dat ze autistisch zijn of ADHD hebben.

Ze worden indigokinderen, sterrenkinderen of regenboogkinderen genoemd. En daarbij soms ‘nieuwetijds’, ‘hoogsensitief’ en ‘paranormaal begaafd’.

Over deze kinderen bestaan tientallen Nederlandse hyves, fora en websites. Daarnaast is er een aantal boeken over het onderwerp geschreven. Standaardwerk is The Indigo Children (vertaald als De Indigo-kinderen: Een nieuwe generatie dient zich aan, uitgeverij Petiet, 2000) van het Amerikaanse medium Lee Carroll. Volgens hem zijn indigo- en sterrenkinderen te herkennen aan hun aura, waarin de kleur indigo (blauwpaars) zou overheersen. Als kenmerken noemt hij: (hoog)gevoeligheid, afzetten tegen autoriteit, nieuwsgierigheid, (bovenmatige) intelligentie en eigenwijsheid. Ze zijn op aarde met een missie om een nieuw tijdperk in te luiden, een tijdperk vrij van oorlog en vervuiling.

Hoe je deze kinderen opvoedt, wordt bediscussieerd op internetfora en enkele hyves. In totaal tellen deze hyves ruim vijftienduizend actieve leden. Hoewel ze heel verschillend zijn, hebben de sterrenkinderen een ding met elkaar gemeen: ze hebben allemaal ouders die zeker weten dat ze niet ziek, maar heel speciaal zijn.

Barbara’s dochter had hulp nodig. Haar Sofie moest eerst naar Bureau Jeugdzorg, en daarna naar een psycholoog. Ze was namelijk ernstig depressief. Tenminste, dat vond de school. Maar Barbara wist dat er iets anders aan de hand was. Sofie is een sterrenkind, en bovendien hoogsensitief. Daarom ging het niet goed in haar Groningse havobrugklas; gewoon, omdat Sofie anders was.

Tijdens pauzes renden de meisjes in Sofies klas altijd meteen naar het toilet. Voor de spiegels lakten ze hun nagels en kamden ze hun haar. Sofie bleef dan alleen achter in het lokaal. Daar las ze de Wicca-boeken van Cate Tiernan, over een tienermeisje dat over magische krachten beschikt omdat ze eigenlijk een bloedheks is.

Zagen de anderen Sofie zo zitten, fluisterden ze dingen en duwden ze tegen haar tas. Halverwege het semester verfde Sofie d’r haar zwart.

Ze vindt privacy belangrijk, maar uit bezorgdheid las Barbara toen toch de krabbels op Sofies Hyvespagina: ‘hoesow ben jij zo anders dan?’, ‘Ben je nou emo of gothic?’, ‘Lekker stoer doen hè, maar eggt?!!’

Opeens begreep Barbara: mijn dochter wordt gepest.

Meisjes scholden haar uit, trokken aan haar kleren en haren. Maar Sofie wilde er niet over praten.

Thuis zat ze met donkere kringen onder haar ogen aan tafel. En nog vaker zat ze alleen op haar kamer, waar ze nummers van metalband Black Veil Brides draaide:

Alone at last, we can sit and fight. I’ve lost all faith in this blurring light. With knives and pens we made our plight.

De school belde in februari. Een mentor vermoedde dat Sofie zichzelf met een mesje bekrast had. Maar Barbara werd woedend toen ze hoorde dat Bureau Jeugdzorg zou worden ingeschakeld.

Barbara gelooft niet in het reguliere circuit. Heel zweverig is ze niet, maar toen ze zelf niet lekker in haar vel zat, had ze meer aan reiki dan aan therapie. Psychologen praatten haar alleen maar nog dieper de put in.

En dus schreef Barbara de school een brief: ‘Mijn dochter is een sterrenkind en bovendien hoogsensitief.’ In dezelfde envelop stopte ze een lijst kenmerken van hoogsensitiviteit. Kenmerken waaraan Sofie al haar hele leven voldeed.

* Emoties worden intenser ervaren: als baby huilde Sofie. Altijd.

* Voelen stemmingen goed aan: toen ze 4 was, zei Sofie al tegen opa: ‘Jij bent een ongelukkige man.’

* Gevoelig voor prikkels van buitenaf: zat Sofie op de basisschool naast een ongelukkig jongetje, kwam ze thuis met hoofdpijn.

* Hebben een rijk innerlijk leven: halverwege groep 8 had Sofie de hele fantasyreeks Stam van de Holenbeer gelezen.

* Zijn bovengemiddeld geroerd door natuur, kunst en muziek: Sofie is creatief, houdt van dans en filosofie.

* Hebben moeite met planning en structuur: Sofie is geen lineaire denker, voor wiskunde stond ze heel lang een 4.

Ook legde Barbara uit dat Sofie niet depressief is, maar hooguit extra begeleiding nodig heeft. De school luisterde niet. Ze vonden sterrenkinderen een trend en hoogsensitiviteit een excuus. Sofies cijfers werden lager, de kringen onder haar ogen donkerder en groter. Ja, Barbara zag dat haar dochter niet gelukkig was. Dus liet ze haar uiteindelijk toch stoppen met de havo.

Want dat Sofie gelukkig is, dat is het allerbelangrijkst. Daarom houdt Barbara in haar opvoeding rekening met haar dochters hoogsensitiviteit. Ze legt bijvoorbeeld uit dat sommige mensen met hun hoofd werken, in plaats van met hun hart. Kijken ze samen naar ziekenhuisserie House M.D., zegt Barbara dus tegen Sofie: ‘Kijk, die man leeft helemaal in z’n hoofd, net als je mentor.’ Dan lachen ze allebei.

Ook neemt Barbara haar dochter mee de natuur in. Elke maand gaan ze naar de camping. Ook als het regent, juist als het regent.

Maar boven alles zorgt Barbara ervoor dat Sofie altijd zichzelf kan zijn. Al betekent dat soms dat ze andermans grenzen overschrijdt.

Laatst waren ze bij opa, Barbara’s vader. ‘Uw nieuwe auto heeft een lelijke kleur’, zei Sofie. En dat bleef ze maar herhalen. Totdat opa zijn hand hief; hij had haar bijna geslagen. Toen rende Sofie naar de slaapkamer.

‘Je had moeten ingrijpen,’ zei opa later tegen Barbara. ‘Nee’, antwoordde die, ‘dat doe ik niet. Sterrenkinderen zoeken nou eenmaal grenzen op, dus ook Sofie.’

Want als er een ding is dat Barbara heeft geleerd: Sofies gave is het probleem van de omgeving. Niet dat van Sofie. En al helemaal niet het hare.

‘Je hebt wel gelijk, je zal het alleen niet krijgen.’ Dat zegt Karin tegen haar indigozoon Joshua wanneer mensen hem hebben gekwetst. Indigo’s kunnen slecht tegen onrecht, dus wanneer Joshua volwassenen iets fout ziet doen, zegt hij daar wat van. Komen de ouders van een vriendje laat thuis, zegt Joshua: ‘Jullie moeten je kinderen niet zo lang alleen laten.’ En laat de buurman zijn lampen de hele dag branden, belt Joshua bij hem aan: ‘Elektronica mag je niet nodeloos aan laten staan.’ Ga toch weg, zegt zo’n buurman dan. En dan wordt Joshua boos, soms dagenlang. Maar dat haar zoon een indigo is, vertelt Karin de buren niet. Het heeft geen zin, ze begrijpen het toch niet.

Tuurlijk, ook Barbara voelt zich weleens onbegrepen. Maar dat ze een sterrenkind heeft, vindt ze ook een zegen. De band met haar dochter is bijzonder. Want omdat Sofie weinig vrienden heeft, doen ze veel samen. Samen naar het bos, samen naar de stad, samen naar het theater. En op fantasybeurzen met z’n tweeën langs de kraampjes: kattenoortjes bekijken en zwarte petticoats kopen.

Nee, Sofie’s gave is geen last, maar een uitdaging. Al gaat Barbara die uitdaging soms met tegenzin aan. Want Sofie zit inmiddels op het vmbo, en dat is, weet Barbara, ver onder haar niveau. Als het aan haar lag ging haar dochter weer naar de havo. Maar ja, leg dat maar eens uit aan de school.

Barbara weet wel wat de mensen denken. ‘Die moeder heeft haar dochter te veel gepusht’, ‘Ze vindt alles maar goed.’ Ach jade omgeving.

Ze moesten eens weten.

Karin heeft een stichting opgericht: Hand in Hand voor Indigokinderen. Joshua ontwierp het logo. Ze wil informatie verspreiden, andere moeders helpen en begrip kweken. En ouders behoeden voor corrupte mediums, want die vragen soms wel 50 euro voor het uitdrijven van boze geesten.

Elke week krijgt Karin mailtjes. Die beginnen met ‘Help!’ en vervolgen met steeds dezelfde verhalen en vragen: ‘Mijn kind wil niet meer naar school’; ‘Ze willen ’m aan de Ritalin’; ‘We kunnen nergens naartoe’; ‘Ben ik een slechte moeder? Nee toch?!’

Karin adviseert die moeders zelf te denken, zelf te lezen, en zich geen aandoeningen te laten aanpraten door de omgeving. Soms geeft ze ook praktische tips. Bijvoorbeeld: hoe je het verschil ziet tussen een indigokind en een autist. Autisten hebben tics. Soms drummen ze op tafel: tik tik tik. Indigo’s drummen ook. Maar anders. Geen ‘tik tik tik’, maar ‘tik, tak, baf!’

Dankzij de stichting heeft Karin eindelijk een doel in haar leven. Vóór de stichting had ze niet eens door dat ze geen doel had, maar nu weet ze waarom ze hier is. Dankzij Joshua. Sinds ze hem heeft, ontwikkelde ze een hele nieuwe kijk op het leven.

En op het verleden.

Als kind leek ze op Joshua. Zelfde ogen, zelfde rode haar. En net zo eigenzinnig, ze had áltijd een eigen mening. Zeiden de kinderen bij haar in de klas: ‘Dat is zwart’, riep zij dat het wit was. Daarmee werd ze gepest, ja. Al kwam dat natuurlijk ook door dat rode haar.

Eén meisje sloeg haar iedere dag in elkaar. Maar Karin liet het rustig over zich heenkomen, dacht: laat ze maar. Ze wist dat ze anders was.

Ze stond erboven.

Nu pas begrijpt ze wat ze eigenlijk altijd al wist: zelf is ze ook een indigokind.

Bron: De Volkskrant

« terug

Blogger

Saskia Beugel

Zie www.saskiabeugel.com Mindfulness Trainer (MBSR/MBCT), yogadocent en Oprichter Rishis afgestudeerd a... meer »

Rishis nieuwsbrief

voornaam *
achternaam *
email *
Captcha
Type tekens over in het vakje eronder *

Volg Rishis op:

Copyright 2006 - 2011 Rishis, club for free souls. Webdesign by: Granville