Op reis met de ziener

Toegevoegd door Henry de la Croix op 13-07-2008 om 13:30

Het is tijd om op reis te gaan. De ziener van het dorp begeleid me bij mijn voorbereidingen. Hij is diegene die ziet zonder dat hij er zich van bewust is. Na een zorgvuldige preparatie van mijn uitrusting ontspan ik en daal af in een andere dimensie van de werkelijkheid. Trede voor trede daal ik af totdat ik me in een uitgestrekte vlakte bevind.

Ik kijk om me heen, er is geen sterveling te zien, alleen een warme stoffige uitgestrekte, glooiende vlakte. De aarde is bruin met een zweem van rood, is droog en gebarsten. In de verte zijn als je goed kijkt en je ogen een beetje dicht knijpt voor de felle zon, contouren van heuvels te ontwaren.

Ik kijk naar boven, naar de lucht, deze is strak, helder en blauw. De zon is als een grote koperen ploert en schijnt met een intensiteit zodat het lijkt alsof hij dwars door mijn eenvoudige zwarte kleren heen schijnt.

In mijn herinnering klinkt de stem van de ziener, hij vroeg me tijdens onze voorbereidingen:”Waar wil je naartoe?”

Ik antwoord in mezelf:”Ik wil naar de heuvels daar in de verte” Ik begin te lopen, het is warm, ik heb dorst en voel me eenzaam, wat logisch is want er is in geen velden of wegen een levende ziel te bekennen. Na een tijd lopen lijken de heuvels nog helemaal niet dichterbij gekomen te zijn. Wat zal ik doen? Blijven staan heeft geen zin er is immers niets. Terug lijkt ook zinloos daar is de stoffige vlakte. Ik besluit door te lopen op weg naar de heuvels dat is het enige doel dat ik zie dat enigszins zin heeft om naar toe te bewegen. Op een gegeven moment komen de heuvels dichterbij en blijken het bergen te zijn. Ik kan nu ook de kleur ontwaren het is een blauw grijs bergmassief.

Ik merk dat ik sneller begin te lopen, mijn hartslag klopt in mijn keel, een vaag gevoel bekruipt me dat ik heb beste als enthousiasme kan beschrijven, iets dat ik me herinner van vervlogen tijden.

De stem van de ziener lijkt vanuit het bergmassief te komen of ergens vanuit mijn achterhoofd en vraagt:”Wat zie je?”

Ik zie her en der wat bomen op de bergen en als ik goed kijk ontdek ik een pad. Ik versnel mijn pas net zolang totdat ik het pad bereikt heb, de aarzeling is verdwenen, het pad lonkt, ik betreed haar.

Het pad is stijl maar toch begaanbaar. Ik loop en klim omhoog. Ik zie boven me wolken die langzaam doch gestaag voortbewegen ik zie in de verte een grote vogel die ik nog het beste kan omschrijven als een adelaar. Hoe hoger ik kom hoe kouder het word. Ik loop nu tussen de bergen op het pad dat kronkelend omhoog voert. Ik kom bij wat het hoogste punt lijkt te zijn en net over de top zie ik een groot grillig gevormd helder blauw meer, het water is zo glad als een spiegel en weerspiegeld alles wat er is. Even raak ik gedesoriënteerd omdat het water en de bergen en de lucht in elkaar over lijken te gaan. Als ik me ontspan en weer helder kan kijken zie ik daar midden in het meer een eiland. Het licht er vredig en stil daar midden in dat rimpelloze blauwe water. Een rotsvast besluit welt op uit mijn hart ik wil naar dat eiland toe, daar moet ik zijn.

Ik weet nog niet hoe ik er ga komen maar hoef niet lang na te denken. Ik kijk omhoog en zie de adelaar die op me af vliegt en snel dichter bij komt. De vogel veranderd zienderogen en land voor mijn voeten. Het is een grote vogels met allerlei kleuren en handen en voeten.

Hij zegt:”Vertrouw op je hart, die weet de weg, en klim op mijn rug”   

Ik klim op zijn rug en voor dat ik weet vlieg ik hoog in de lucht, ik voel me veilig en vrij, het is een wonderlijke ervaring. Veel te snel naar mijn zin landen we op het eiland in het meer.

Als ik vol verbazing afstap en om me heen kijk zie ik rotsen, struiken, bomen   en naaldbomen en wend me tot de vogel maar hij is al weg, ik ben niet verrast het is goed, en richt mijn aandacht weer op wat ik zie.

Ik loop over een pad dat naar het midden van het eiland lijkt te voeren en ontdek daar een hut. Het is eigenlijk een soort overkoepeld plateautje van hout en bamboe. In de hut is een matje een deken, een rond kussen en een houten soepkom. Ik besluit om in de hut op het ronde kussen te gaan zitten. Als ik zit zie ik voor de hut een kampvuur met aan een stok een waterketel. Het water kookt want er komt stoom uit de tuit. Een warme blije staat van geluk overspoeld me en ik ervaar rust en zekerheid.  

De ziener vraagt: ”Waar voel je en waar ervaar je het?”

Ik zeg zonder aarzelen:”In mijn hart!”    

Opeens is de eenzaamheid verdwenen. Ik ben alleen, maar niet eenzaam ik weet zonder te begrijpen of voelen waarom, wie ik ben. Ik ben volledig aanwezig maar ook verbonden met mijn verleden en met de toekomst. Mijn hart vibreert terwijl ik inzichten krijg in wie ik ben. Ik verbind me met de herinneringen die opwellen, en met de visioenen over dat wat komen gaat.

Er is rust, er is zekerheid en vertrouwen.

« terug

Blogger

Henry de la Croix

Hoi, mijn naam is Henry de la Croix. Na ruim 17 jaar in het bedrijfsleven te hebben gewerkt heeft mijn ... meer »

Rishis nieuwsbrief

voornaam *
achternaam *
email *
Captcha
Type tekens over in het vakje eronder *

Volg Rishis op:

Copyright 2006 - 2011 Rishis, club for free souls. Webdesign by: Granville